Kleinschaligheid
In de jaren ’60 en’70 van de vorige eeuw waren de dorpen in Nederland nog uitgedost met gezellige kleinschalige bedrijvigheid zoals de kruidenier, de bakker, de slager, de groenteboer en de schoenmaker. Daarnaast zagen we elke week de SRV-wagen en de visboer door de straten rijden om hun voedingswaren langs de deuren te verkopen. Ook in de landbouw zagen we die kleinschaligheid terug. De dorpen werden omringd door vele boerderijen. Melkveehouderijen hadden een goed inkomen met gemiddeld 40 koeien, die allen een eigen naam hadden. Helaas is de koe van tegenwoordig enkel een productienummer. De wereld om ons heen is gigantisch veranderd. De massaproductie heeft de intieme gezelligheid van vroeger volledig de nek omgedraaid.
Centralisatie
Momenteel maken dorpen vaak een doodse indruk. Dat komt omdat de kleinschalige bedrijvigheid is verdwenen. De trend werd langzamerhand ingezet naar grootschaligheid. De bruisende handel werd gecentraliseerd in de grotere steden en daar ontstonden de grote supermarkten en zelfs hypermarkten. De kleinschalige bedrijven werden allen één voor één opgeslokt door de grote concerns. Dit proces van centralisatie zien we ook in de landbouw gebeuren. De kleinere boerderijen zijn aan het doodbloeden. Grote boerenbedrijven nemen het land en de dieren over en breiden steeds verder uit. Alles draait tegenwoordig om massaproductie en kwantiteit. Dit leidt uiteindelijk tot overproductie en constipatie in de samenleving.
Kwaliteit
Toch gloort er licht aan de horizon! Wij lijken wakker te worden en willen weer kwalitatief goede producten in plaats van een veelheid aan wegwerpartikelen. Kleinschalig handwerk lijkt terug te zijn van weggeweest en er is een herwaardering voor ambachtelijk werk. Kortom, duurzame producten zijn de nieuwe trend. Belooft dit een toekomst voor hernieuwde kleinschalige bedrijvigheid?